Tips om je baby te laten boeren
Een boer laten, we doen het allemaal wel eens, maar het laten boeren van een baby is een cliché beeld dat iedereen op het netvlies heeft. Wanneer baby’s op de juiste manier aan de borst gelegd worden of de fles krijgen dan is de kans klein dat je kindje te veel lucht binnen krijgt. Als dit niet juist gebeurt dan kan het zo zijn dat je kindje toch last heeft van een vastzittend boertje na de voeding. In deze blog lees je wat je dan het beste kunt doen.
3 goede manieren om je baby te laten boeren:
- Houd je kindje vast in een verticale of een voorover liggende houding.
- Niet schudden of hard kloppen, maar stil houden en zachtjes wrijven over de rug of zachtjes kloppen tegen de luier.
- Geef zachte druk op de maag door die tegen je schouder of knie te plaatsen of houd je kindje vast op de dragende hand.
Tip: houdt een spuugdoekje bij de hand, het is normaal dat kindjes een ‘mondje terug’ geven na de voeding.
Hoe voorkom je boeren bij flesvoeding?
- De beste manier om de fles aan te bieden is zoals je ook de borst aanbiedt bij borstvoeding. Dit betekent eerst met de flessenspeen langs de lipjes of kinnetje strijken om zoek- en zuigreflex te stimuleren. Wanneer je kindje de fles pakt, stop dan de flessenspeen tot aan de basis van de speen in het mondje.
- Roer flesvoeding altijd door en schud het flesje niet. Warm eerst het water op voordat je het poeder erbij doet, op deze manier wordt het poeder makkelijker opgenomen.
- Gebruik een fles met een goed anti-colic systeem. Bij voorkeur een fles die ontluchting aan de achterkant heeft. Dit systeem zorgt er namelijk voor dat lucht die altijd in een fles zit, niet gaat mengen met de voeding. De Difrax S-fles heeft door zijn ergonomische vorm als voordeel dat de flessenspeen altijd gevuld blijft met voeding. Dit laatste is van groot belang.
Borstvoeding en boeren
Wanneer een kindje op de juiste manier aanlegt, zal het aan de borst praktisch geen lucht binnen krijgen. De borst zelf is namelijk luchtvrij en het drinken uit de borst gaat alleen goed wanneer er een goed vacuüm is. Dit is waarom kindjes die borstvoeding krijgen vaak niet tot weinig hoeven te boeren.
Wanneer is de kans wél aanwezig dat je kindje moet boeren bij borstvoeding:
Wanneer aanleggen nog oefening vereist en het kindje, door continu opnieuw aan te happen, hapjes lucht binnen krijgt.
Wanneer de voeding voor het kindje te snel uit de borst stroomt. Dit kan ook gebeuren bij moeders die een heftig toeschiet reflex hebben. Met name in de begin periode kan dit voorkomen, omdat kindjes nog niet zo goed hebben geleerd te doseren. Hierdoor kan een voeding rommelig verlopen, waardoor er extra lucht binnen komt. Oefening baart kunst!